Nederlands twaalf
Dec 16, 2024 20:01
0
0
0
Dutch
Liam en Emma reizen naar Zweden. Ze zullen met Marie en Dan ontmoeten. Waar? Misschien i Stockholm, misschien i Göteborg. Liam moet Dan ringen.
Emma: -- Wij zullen naar Zweden reizen, Liam. Ik kan niet het geloven!
Liam: -- Ja, dat is prima. Ik hen nooit naar Zweden reizen.
Emma: -- Maar waar zulle we reizen?
Liam: -- Wat bedoel je? Naar Zweden zullen wij reizen.
Emma: -- Op welk stad zullen wij reizen, Liam? Ik wil het weten.
Liam: -- Ik weet niet op welk stad.
Emma: -- Wat bedoel jij? Ik begrijp het niet.
Liam: -- Dan zal het naar mij vertellen. Hij zal mij ringen.
Emma: -- Waarom moet Dan om jij te ringen?
Liam: -- Hij zal of in Stockholm of in Göteborg zijn. Als hij in Stockholm zal zijn zullen wij naar Stockholm reizen.
Emma: -- Ja, het is goed met mij. Ik houd van Stockholm. Ik wil naar Stockholm reizen.
Liam: -- Ik zal nu Dan ringen. Ik moet hij vragen.
Emma: -- Bel hem!
Liam: -- Ik doe dat nu. Ja, hij zegt dat hij in Stockholm is. We zullen naar Stockholm reizen.
Emma: -- Wat prima! Ik wil Stockholm reizen. Hoeveel dagen zullen wij in Stockholm blijven?
Liam: -- Zeven dagen denk ik.
Emma: -- Dat is heel veel, Liam. Ik weet niet.
Liam: -- Wat wet je niet? Houd je van niet Stockholm?
Emma: -- Ja, ik houd van Stockholm, maar ik weet niet ... zeven dagen?
Liam: -- Maak je geen zorgen, Emma. We zullen plezier hebben.
Romanian
NATIVE
English
C1
Swedish
BABY
Dutch
BABY
+ 1 languages
- Sun
- Mon
- Tue
- Wed
- Thu
- Fri
- Sat
N points
2,125
User rankings by N points (in the last 3 days)
212349 / 3822281 English
992 / 17856 Swedish
1749 / 31472 Dutch
Votes
115
Thanks
43
ID:
76a3c10a